Onderstaand artikel heb ik helemaal, in de oude spelling, overgenomen. Het is eigenlijk de enige keer dat er iets over het samengaan van De Distel met Goedewaagen wordt geschreven, met enig weemoed en toch ook met enige hoop.
“Een onzer oudste aardewerkfabrieken de firma bestond enkele maanden geleden vijf en twintig jaar De Distel te Amsterdam gaat dezer dagen in haar ouden vorm verdwijnen. Het bedrijf wordt geliquideerd, doch de firma als zoodanig, de geestelijke waarde, al datgene wat zij eigens heeft verworven in een kwart eeuw van ernstig, doelbewust werken blijft bewaard. Zij vereenigt zich met de Koninkl. Pijpen- en Aardewerkfabriek v.h. Goedewaagen en Zonen te Gouda. Onze collega A. Goedewaagen Jr., de penningmeester onzer Vereeniging, zal zich speciaal met de nieuwe afdeeling van het welbekende oude bedrijf belasten, terwijl de directeur van “De Distel”, onze voorzitter Lob, als adviseur zijn toewijding blijft geven aan het werk, dat hem lief is en hem waard. Een liquidatie heeft inden regel iets neerdrukkends, doet het beklemmend gevoel opkomen van een verloren strijd; weemoed om verloren, wellicht doelloozen arbeid. Hier staat de zaak anders; samenspreking, gegrond vertrouwen en waardeering heeft hier een samenwerking doen groeien, die voor de toekomst grooten bloei belooft. Ik heb ongetwijfeld meer dan eens meeningen neergeschreven in deze rubriek en oordeelen geveld, die allerminst algemeene instemming vinden en zal dat ook nog meer dan eens doen. Maar ik ben de tolk van alle leden der Ver. v. Aardewerkfabrikanten, ja van allen, die de betrokkenen leerden kennen, wanneer ik het door opname van “De Distel vergroote bedrijf van Goedewaagen een welgemeenden gelukwensch meegaf op den verderen bedrijfsweg. Om de personen én om hun arbeid voor de Nederlandsche aardewerkbedrijven en aardewerkerskunst. Het ga U wel, mannen: Houdt zee! Bij dezen gelukwensch sluiten wij ons gaarne aan. Red. N. Vg. v. A.”
Bron: Klei; orgaan der Vereeniging van Nederlandsche Baksteenfabrikanten, jrg 15, 1923, no 10, 15-05-1923
Daarna
In de kranten is er daarna hooguit nog een verwijzing naar het nieuwe bedrijf als het deelneemt aan een grote tentoonstelling in Leipzig (Leipziger Messe, 1926). Een bijzondere blijk van waardering blijkt uit het volgende fragment: “Welhaast ieder heeft den naam van deze bekende Nederlandsche fabriek, eigendom der familie Goedewaagen, gehoord. Zij vervaardigt ook, en thans wel voornamelijk, kunstaardewerk en tegeltableaux, deze laatste in het bijzonder sedert de plateelbakkerjj “De Distel" eertijds te Amsterdam onder leiding van den heer J. M. Lob, in de Goedewaagen's fabrieken werd opgenomen.” Bron: Het Algemeen Handelsblad van 8 november 1933
Wat verder nog wel opviel, mij althans, dat er in de jaren dertig regelmatig meer aandacht is voor de aardewerkindustrie. Jammer dat niet altijd wordt aangegeven waar de foto’s zijn gemaakt die bij deze artikelen werden geplaatst.
OF NAAR: verhaal 78