Raad van Arbeid
In 1930 wordt Lob lid van de Raad van Arbeid: “Bij ministeriële beschikking is aangewezen als werkgever-lid van den Raad van Arbeid te Amsterdam J. Lob, zich noemende en teekenende J. M. Lob, directeur van de Plateelbakkerij „De Distel",….” Bron: Alg. Handelsblad van 9 mei 1930. Dat is wel opmerkelijk, want formeel was hij geen werkgever meer! Twee jaar later wordt hij waarnemend voorzitter genoemd.
De Berg-stichting en meer
Jacobus Lob wordt genoemd als bestuurslid in 1936 (bron: het Centraal blad voor Isr. in Ned.). Hij werd herkozen als bestuurslid, maar dat is het dan ook wel. Of je zou de incidentele vermelding kunnen noemen waarin hij genoemd wordt als zijnde ‘aanwezig namens de Berg-stichting’. Over het hoe en wat van deze stichting verwijs ik naar het lange artikel uit het tijdschrift Joods Hulpbetoon van 20-12-1933.
Hetzelfde geldt enigszins voor zijn betrokkenheid bij de Bernard Samuel Riesstichting. Of hij daar een bestuursfunctie had. Dat lijkt niet zo te zijn. Maar als President- regent van het Ned. Isr. Jongensweeshuis was hij wel regelmatig aanwezig. Niet zo vreemd als je bedenkt dat het gaat om de Vereniging van oud-verpleegden van het Ned. Isr. Jongensweeshuis. De betrokkenheid van Lob bij het wel en wee van de Joodse jeugd die het moeilijk hebben is hiermee overduidelijk.
Waar mogelijk nog minder bekend over is, is zijn betrokkenheid bij de Blindenzorg. Mar hij wordt, na zijn overlijden wel in verband gebracht met deze organisatie.
Volksvermaak
Jacobus Lob is in het jaar 1929 ook nog eens toegetreden tot het bestuur van De Vereniging tot Veredeling van het Volksvermaak. Waarom hij juist voor deze vereniging heeft gekozen, is onbekend. Maar het zou mij niet verbazen indien het samenhing met zijn capaciteiten als bestuurder en betrokkenheid bij het jeugdwerk. In het jubileumboekje t.g.v. het zestig jarig bestaan van deze vereniging wordt niets vermeld over zijn rol of taak.
Deze vereniging heeft zich vooral in het begin van haar bestaan gericht op het speeltuinwerk. De Vereeniging tot Veredeling van het Volksvermaak werd in 1871 opgericht naar aanleiding van een discussie over kermissen. Een groep burgers had bezwaren tegen dit terugkerende evenement: het zou de seksuele moraal verlagen en drankgebruik bevorderen. De doelstelling van de VVV werd dan ook ‘het volksgeluk bevorderen door veredeling der openbare vermaken’. Lees hier meer! (Geheugen van Oost). Hoewel in eerste instantie gericht op het georganiseerde spelen in de speeltuinen, werden de activiteiten alter verder uitgebouwd naar de grote volksfeesten als de Oranjefeesten en bijvoorbeeld het 650 jarig bestaan van Amsterdam in 1925.
OF NAAR: Verhaal 83