Plateelbakkerij De Distel (34)

Emanuel (Manus) van Praag over het maken van ‘de vaasjes’

Verteller: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Auteur: IMG_1170.jpg Frits Slicht
Plateelschilders aan het werk in de N.V. Koninklijke Plateelbakkerij, bron: Capriolus

Plateelschilders aan het werk in de N.V. Koninklijke Plateelbakkerij, bron: Capriolus

Of Emanuel veel vazen (of: vaasjes zoals hij zelf zegt) heeft mogen schilderen is niet helemaal duidelijk. Wel vertelt hij dat hij veel tegeltjes en kachelplaten heeft geschilderd. De Distel heeft ook geglazuurde tegels voor de C&A gemaakt, maar of hij daaraan heeft meegewerkt?

 

In het interview vertelde Emanuel het een en ander over het procédé, maar wel verspreid over en door het interview heen.

Het begint vanzelfsprekend bij het ontwerp, de motieven en de vorm van de vaas. Emanuel noemt zelf Nienhuis als een van de ontwerpers die hij zelf heeft meegemaakt. Daarna werd het ontwerp door de modelleur in klei gegoten, in de gieterij. Klaas Vet was zo’n modelleur die een gietvorm aanmaakte in gips. Zodra de natte klei droog was, werd het gips verwijderd en de vorm gebakken. Je hebt dan biscuit gebakken werk. Daarna moest ‘het motief’ op de vaas (of tegel) worden geschilderd. Het motief werd aangebracht op calqueerpapier (= licht doorschijnende papier). Het vervolg is niet helemaal duidelijk, maar ik vermoed dat er met een fijne naald gaatjes werden geprikt rondom de vorm op het papier. Daarna werd het papier op het biscuit gelegd en met behulp van een dot katoen met fijn houtskool werd de vorm dankzij deze aangebrachte gaatjes overgebracht op het model. Daarna was het een kwestie van schilderen en voor 24 uur in de oven. Het eindproduct was er nog niet, ook het glazuur moest worden aangebracht. Emanuel zegt daarover het volgende: “Het aanbrengen van de glazuur werd met een pomp gedaan. Eerst is die vaas helemaal wit, en die man nam een mesje en keek of het glazuur dik genoeg was en daarna ging het de oven in, twee maal de oven in eerst voor het biscuit, daarna ging het naar de schilders , dan naar de glazuurkamer en dan weer naar de oven.”

Later zou hij tegenover zijn zoon het volgende vertellen. Op de nog te bakken kopjes en schoteltjes werden figuurtjes van vooral bloemetjes geschilderd.. dat gebeurde met een substantie van tot gruis gestampt glas dat was vermengd met een vloeibare verfstof. Tijdens het bakproces smolt het glasgruis en drong het in de klei. Dit moest zorgvuldig gebeuren, fouten waren onherstelbaar.

In de cursieve tekst hiervoor wordt ‘een man met een mesje genoemd’, of dit een aparte functie was, dat weet ik niet. Emanuel noemt wel de andere functies binnen De Distel. Zo waren er volgens hem ongeveer veertig schilders aan het werk en in de gieterij tussen de tien en twaalf. Hij noemt ook de glazuurkamer, maar hoeveel personen daar werkten dat blijft helaas onbekend. Blijkbaar heeft hij zelf ook in de glazuurkamer gewerkt. Dat was dan wel een ondersteunende taak. Het glazuur werd met behulp van een pomp op het model gespoten. De jongens moesten pompen waar je wel een lamme arm van kreeg. 

Terug naar de inhoudsopgave

OF NAAR: Verhaal 35

Alle rechten voorbehouden

35 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe