Neergang
Vanaf het jaar 1920, of eigenlijk al eerder, loopt het niet goed bij De Distel. Weliswaar is het aantal modellen voor decoratief aardewerk toegenomen tot 560, maar de verkoop is mager. Later zou Lob zich tegen zijn dochter Annie beklagen over het feit dat er nog wel aandacht is voor functioneel aardewerk maar dat decoratief aardewerk steeds minder wordt gevraagd. Ron Tasman noemt hier de dochter Annie, dat is de roepnaam van Johanna Eleonora. Er is ook nog een tweede dochter: Ella Liberta die Ellie werd genoemd. Het moet hem pijn hebben gedaan dat het produceren van kunstaardewerk zo weinig opleverde en dat het bedrijf wel haast goedkoop aardewerk voor de toeristische markt moest maken. Volgens genoemd Tasman begon Lob uit te kijken naar een meer efficiënt distributiesysteem en sloot duidelijk een overname niet uit. Wat er ook nog eens bij kwam, was dat gewaardeerde ontwerpers als Willem van Norden en Willem Jansen De Distel hadden verlaten. Zij wilden zich meer op hun schilderwerk gaan richten. Zoals eerder vermeld maakte Lob ook meer gebruik van freelancers als Lion Cachet, Nieuwenhuis en Eissenloefel.
Nog een keer lid van de Jury
Zoals eerder vermeld, was Jacobus Lob regelmatig jurylid bij grote tentoonstellingen. Gevolg was wel dat zijn bedrijf buiten de prijzen viel, iets wat nog wel regelmatig werd vermeld. Maar in het jaar 1922 gaat het om iets heel anders. Als bestuurslid van de Vereniging van Nederlandsche Baksteenfabrikanten is hij gevraagd om jurylid te zijn bij een prijsvraag voor het ontwerp van een nieuwe voorpagina van het tijdschrift Klei.
Opvallend genoeg heb ik het winnend ontwerp niet voorbij zien komen op de nummers van Klei (Delpher – tijdschriften). Voor zover valt na te gaan alleen als voorblad van de jaarlijkse Inhoudsopgave (van elke jaargang).
Op zoek naar een geschikte overname kandidaat
Vanaf 1920 is Jacobus Lob op zoek naar een mogelijke kandidaat die in zijn ogen geschikt is om De Distel over te nemen. Volgens Tasman was het vanaf het begin wel duidelijk dat Goedewaagen uit Gouda de beste optie was. De toenmalige directeur van Goedewaagen was Aart Goedewaagen I en zouden elkaar meerdere malen ontmoet hebben op verschillende tentoonstellingen en jaarbeurzen.
Maar dat mag dan zo zijn, de onderhandelingen over een mogelijke overname zouden ongeveer drie jaar voortsukkelen. Tasman noemt nog het feit dat Lob financieel onafhankelijk was na het overlijden van zijn schoonouders. Of dit een overname heeft bespoedigd, is m.i. nog maar de vraag. Daarover meer in het volgende verhaal.
OF NAAR: Verhaal 76