Als in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, wordt Emanuel na verloop van tijd opgeroepen. Hij, dienstplichtig antimilitarist, wordt opgeroepen om de Nederlandse neutraliteit en onze grenzen, desnoods met militaire middelen te verdedigen. Zijn oudere broer Philip is tot diens eigen tevredenheid afgekeurd voor de dienstplicht. Aan het einde van het jaar 1915, op 2 november, krijgt Emanuel het bericht dat zijn echtgenote is bevallen van een nog naamloze zoon. Het volgende fragment komt uit het in eigen beheer uitgegeven boekje: “Wij hebben niets meegemaakt”, samengesteld en geschreven door Annie en Fred van Praag.
“Dienstplichtig soldaat Van Praag (uit- en thuisnaam Manus), op dat moment woonplichtig in ‘zijn’ koeienstal in de Zuid-Brabants / Belgische grensplaats Bladel, waar hij en zijn compagniematen waren gelegerd om de vele ongewenste en boze Belgen, die hun oorlogsgebied in West – Vlaanderen in vlucht hadden verlaten, te beletten onder c.q. over de grensversperring naar vermeend veilig Holland (spreek uit Nederland) uit te wijken. Volgens getuigenissen van het nageslacht heeft Manus gedurende zijn diensttijd, overeenkomstig zijn burgerlijke overtuiging van militaire ongehoorzaamheid, geen schot gelost! Zijn ‘spuit’ lag ter stal in de donkerste hoek over vervuild stro vredig te verkommeren.”
Na zich te hebben gemeld bij de commandant kreeg hij toestemming om naar Amsterdam te gaan. Hij mocht vrouw en pas geboren zoon opzoeken. Eerst moest hij naar Tilburg, lopend (20 km), om zich bij de hoofdofficier van de wacht af te melden in ruil voor drie dagen verlof. Tevens kreeg hij een gratis retourkaartje voor de trein. Na eerst te hebben overnacht te hebben in Tilburg vertrok hij daags daarna naar Kattenburg in Amsterdam.
“In de Grote Kattenburgerstraat, op één hoog, boven de sigarenwinkel van ‘tante’ Sien, waar Manus tot veler verrassing nog vrij vroeg binnentrad, was de bijna complete misjpoge luid aanwezig. Ome Mark, gehuwd met Mietjes zuster Fanny, meldde enthousiast dat op dezelfde dag, dus ook op 1 oktober 1915 zijn dochter, mijn nicht, Sara was geboren. Later bleek dat Saartje na zelfomdoping Sonja was gaan heten. Vele familiepragen verdrongen zich over het nog naamloze kind. Voor zover bekend zijn kreten van afschuw niet vernomen. Opa en Opoe van Praag waren er niet! Ter verklaring: Opa stond op de Waterloopleinmarkt en verkocht daar kinderbroekjes die Opoe in haar eentje naaldtechnisch fabriceerde op zolder van hun gammele krotwoning in de Rapenburgerstraat, schuin tegenover de sjoel, in het hartje van het toenmalig getto. Van de Santenskant waren er de beide ouders c.q. grootouders plus een of twee kinderen.”
Emanuel (Manus) kan zelf nog aangifte doen van de geboorte. Het gaat om hun derde kind, hun zoon Ferdinand, geboren op 1 november 1915 ‘des namiddags om halftwaalf’. Het geboorteadres is Grote Kattenburgerstraat 8.
OF NAAR: Verhaal 38