Huize Parkwijk
Waldeck Pyrmontlaan 20 was een bijzonder gebouw, vooral ook door de indeling. Uitgaande van de woningkaarten blijkt dat er heel veel personen op een adres woonden. Het hele blok heeft namelijk maar één huisnummer. Boven de centrale ingang hangt de naam van het complex: Huize Parkwijk. Op elke verdieping bevonden zich meerdere woningen. Zo woonde het gezin Lob in woning nummer 7. Hoe groot de woning van het gezin was, is mij niet bekend. Maar voor alle duidelijkheid, het moet een enorme woning zijn geweest voor die tijd en niet alleen in oppervlakte (tussen de 180 en 240 m²). Advertentie voor woningen op adres Waldeck Pyrmontlaan 20, bron: Het Algemeen Handelsblad van 24 feb. 1924
Onderwijs, een klassenfoto
Schoolfoto (klas) met de twee dochters van Jac. Lob. Op de achterzijde staan de namen van de leerlingen vermeld, v.l.n.r.: --- 1e rij: Hetty Rudelsheim, Bep Sanders, Annie Snoek, Mishel Hildesheim, Monnie Rosenberg, Jopie Loterijman, Sem Okker, Jettie [Henriette] Boas, Sal Boas, Lusien Pickard, Max Lezer. --- 2e rij: Mary Rudelsheim, Clara Neeter, Heintje Reens, Annie Lob, Elly Lob, Salomon Hart, Hugo Isaac, Ida de Vries, Jacques de Vries. --- 3e rij: mej. B. Gazan, Bert van Esso, Jozef Rosenberg, Dolf Neeter, dhr. A.B.N. Davids, mej. S. Davids. Kort artikel over het Joodsch Godsdienstig Onderwijs in Amsterdam Zuid, bron: Joodsch Amsterdam Zuid; orgaan der Vereeniging Joodsche Leer en Leven, Amsterdam Zuid, jrg 1, 1920, Deel: october-november, no. 10, 1920
Maar dan gaat het niet om een reguliere basisonderwijs. Het gaat om extra lessen in hoogstwaarschijnlijk religie, geschiedenis en cultuur. De lessen werden gegeven in de Dufayschool. De Dufayschool zelf, was een Openbare School voor Uitgebreid lager Onderwijs. De genoemde Vereniging maakt gebruik van de lokalen voor haar Joods Godsdienstig onderwijs. De lokalen waren gratis ter beschikking gesteld door het Gemeentebestuur. Adv. voor de Ver. Joodsch Godsdienstig Onderwijs, bron: Centraal blad voor Israëlieten in Nederland van 14-12-1917
OF NAAR: Verhaal 80