Frits Slicht
De Distel heeft vaker met haar producten op tentoonstellingen gestaan, groot en klein. Niet allemaal worden gememoreerd in de pers en het is praktisch ondoenlijk om daar op een andere manier achter te komen, behalve dan door zeer nauwkeurig alle kranten door te kijken. Dankzij Museum Goedewaagen weten we van een aantal grote tentoonstellingen dat De Distel daar is geweest en daar ook grote en kleinere prijzen heeft gewonnen. Zo was er zo rond het begin van het jaar 1901 een ‘ceramieke tentoonstelling’ in St. Petersburg. De Distel won daar een goede medaille (Bron: De Maasbode van 24 maart 1901). Een jaar eerder was De Distel op de wereldtentoonstelling te Parijs en won daar een bronzen medaille. Maar dat was het dan ook wel, een andere fabriek, Rozenburg, daarentegen kreeg in de Arnhemsche Courant van 23 maart 1900 ruim aandacht. Affiche van de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900, bron: mahlerfoundation. 
Iets meer aandacht kreeg de tentoonstelling van toegepaste kunst in de Sociëteit “De Harmonie” te Zwolle van 2 – 7 Juni 1901. De fabriek de Distel trok niet zoozeer de aandacht door fraaie ontwerpen op gebied van vorm en kleur, maar meer door de exemplaren met een glazuur, waarin metaal weerschijn. De overige geëxposeerde faiences waren meer navolgingen, of liever nabootsingen van het werk der fabriek “Roozenburg”. Bron: de Arnhemsche Courant van 8 juni 1900. Ik vermoed dat de laatste zin in dit citaat toch echt op het werk van De Distel slaat (zelfde alinea). Vermoedelijk zal Lob daar niet blij mee zijn geweest. Opmerkelijk is het feit dat De Distel in 1901 aanwezig is op de tentoonstelling van hygiëne, veiligheid ter zee en visscherijwezen te Ostende en krijgt ‘eere-diploma’. (bron: het Rotterdamsch Nieuwsblad van 16 sept. 1901) Damrak 24 - 25. Vishandel Weduwe A. Van Laar, foto van een onbekende maker, datering onbekend. Bron: fotoarchief SAA 
Extra
Al speurende kwam ik deze twee korte berichten tegen. De eerste betreft het Hotel et Café Restaurant du Commerce in de Kalverstraat. In het gerenoveerde pand zijn ruim betegelingen aangebracht uit de plateelbakkerij De Distel (bron: De Tijd van 6 maart 1900). Op 4 december van dat jaar is er de vermelding in Het Nieuws van den Dag dat er een ontwerp voor ‘een borstbeeld’ van Hertog Hendrik is gemaakt door Edema van der Tuuk. Dit ontwerp was bestemd voor de plateelbakkerij De Distel! Maar een iets verder onderzoek doet vermoeden dat het hoogstwaarschijnlijk ging om een medaillon. Dankzij de conservator van het Tegelmuseum kwam ik ook nog achter te 'tegelbekleding' die De Distel heeft gemaakt voor de vishandel aan het Damrak. Bron: Groene Amsterdammer. 
Daarna is het een hele tijd stil, kijkend of lezend in de kranten en tijdschriften overzichten. Wel is er nog een kort bericht in de Ned. Staatscourant van 24 april 1902 waarin wordt gesuggereerd dat er sprake is van financiële problemen. De aangevraagde surseance wordt later verleend. Bericht uit de Nederlandse Staatscourant van 24 april 1902 over een aanvraag voor surséance van betalingen door J.M. Lob. Intrekken surseance, bron: Ned. Staatscrt van 16 okt. 1902 
Lob en De Distel worden tot september 1903 niet meer genoemd.
OF NAAR: Verhaal 60